Implementatie nieuwe Omgevingswet
De belangrijkste toekomstige ontwikkeling is de komst van de Omgevingswet. Deze wet zal consequenties hebben voor het fysieke domein. Op het moment van invoering van de wet (planning is vooralsnog 1 juli 2019) moet de basis op orde zijn. Dit betekent:
- integreren, herijken, uniformeren, ontstapelen en locatie specifiek maken van (sectoraal) beleid, verordeningen, en van regels in bestemmingsplannen;
- het invullen van de afwegingsruimte die de gemeente krijgt bij het bepalen van normen voor een aantal omgevingswaarden, zoals onder meer geluid. trilling, geur en bodem, en zelfgekozen omgevingswaarden per gebied te bepalen, de ruimte om gemeentelijke regelgeving vergunningvrij te maken, en de ruimte om gedereguleerde regelgeving gebiedsgericht alsnog weer in te vullen;
- omgevingsplan opbouwen in nieuw standaard geografisch formaat met regels en werkingsgebieden. En beschikbaar stellen via de landelijke voorziening DSO;
- aansluiten op het nieuwe Omgevings Loket Online (onderdeel van het DSO) om de procedures voor vergunningaanvragen te faciliteren;
- de werkprocessen voor vergunningverlening en handhaving (zowel gemeentelijk intern, als in relatie met de Omgevingsdienst) organiseren en afstemmen op de praktijk onder de Omgevingswet, en waar nodig aanpassen;
- bijhouden van de landelijke ontwikkelingen, 'best practices' binnenhalen door netwerkopbouw, kennisdeling en communicatie;
- oefenen o.a. door middel van pilots;
- afstemming met 'ketenpartners';
- opleiden en instrueren medewerkers;
- het opstellen van een Omgevingsvisie.
Als de basis op orde wordt gebracht in 2018 en 2019, dan heeft de gemeente daarna door overgangsrecht 10 jaar de tijd om stapsgewijs juridisch, beleidsmatig en digitaal over te gaan naar het nieuwe stelsel. Het voordeel van de 10 jaar overgangstermijn is dat gebruik kan worden gemaakt van leerervaringen binnen de gemeente en koplopers om gericht en efficiënt de gevolgen van de Omgevingswet verder vorm te geven.
Overige ontwikkelingen
- De begrote inkomsten uit WABO-leges worden met €1,2 miljoen naar beneden bijgesteld. Zo komt het begrote bedrag overeen met de gemiddelde gerealiseerde opbrengst van de afgelopen vijf jaren;
- Vanaf medio 2017 is vergunningverlening voor een aantal relatief eenvoudige bouwwerken mogelijk als zogenaamde flitsvergunning. Denk daarbij aan werken als een dakkapel of éénlaagse aanbouw. Het bouwwerk moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Is dit het geval, dan kan de ODRA de vergunning binnen twee weken verlenen in plaats van de standaard acht weken.
