Knelpunten en oplossingen
In de Perspectiefnota 2018-2021 is al ingezoomd op de knelpunten in de beleidsvelden en in de bedrijfsvoering die nog opgelost moeten worden. Voor deze MJPB is naast de in de Perspectiefnota onderkende knelpunten nog een aantal nieuwe knelpunten onderkend. Hierbij wordt onderscheid gemaakt evenals in de Perspectiefnota tussen majeure knelpunten en de overige beleidsontwikkelingen.
Majeure beleidsontwikkelingen en knelpunten
Majeure beleidsontwikkelingen en oplossingen | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|
Bedragen * € 1.000 |
| | | | |
Voorkomen van achterstanden bij kinderen in armoede op het gebied van onderwijs en gezondheid (PN) | -1100 | -1100 | -1100 | -1100 |
Totaal armoede | -1100 | -1100 | -1100 | -1100 |
| | | | |
Bijdrage Arnhem aan GR Presikhaaf Bedrijven | -4.138 | -4.708 | -3.096 | -1.722 |
Aanloopkosten en overige frictiekosten | -6.735 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekken aan BR Noodfonds | 6.735 | 0 | 0 | 0 |
Rendementsverbetering Scalabor BV io (PN) | 370 | 740 | 1.110 | 1.480 |
Totaal Sociale Werkvoorziening | -3.768 | -3.968 | -1.986 | -242 |
| | | | |
BUIG nieuwe prognose/verdeelmodel/vangnet (PN) | 28 | -1.008 | -976 | -555 |
Investeren in werk (PN) | 125 | 250 | 375 | 500 |
Vorming Bestemmingsreserve "Bijstand naar werk" | 500 | 500 | 500 | 500 |
Dekking uit BUIG-budget | -500 | -500 | -500 | -500 |
Totaal Buig | 153 | -758 | -601 | -55 |
| | | | |
Totaal participatie | -3.615 | -4.726 | -2.587 | -297 |
| | | | |
Tekort Beschermingsbewind-BOOM, confrontatie van businesscase en feitelijk verloop | -1.309 | -1.663 | -1.794 | -1.831 |
Individuele Studietoeslag | 295 | 295 | 295 | 295 |
Maatregel van 50% naar 100% draagkracht boven bijstandsnorm | 112 | 117 | 120 | 120 |
Aanvullende maatregelen binnen Boom/beschermingsbewind | 248 | 420 | 482 | 500 |
Totaal dekken vanuit de algemene middelen BOOM | -655 | -832 | -897 | -916 |
| | | | |
Nieuwe inschatting van de kosten WMO en jeugd (sociaal domein) | -5.906 | -5.406 | -5.406 | -5.406 |
Extra kosten door overheveling GGZ-B vanaf 2018 | -3.000 | -3.000 | -3.000 | -3.000 |
Extra kosten door taakmutaties rijk WMO en jeugd | -1.263 | -2.050 | -2.050 | -2.050 |
Kostenontwikkeling WMO en jeugd | -10.169 | -10.456 | -10.456 | -10.456 |
| | | | |
Extra middelen gemeentefonds a.g.v. taakmutaties overhevelen naar sociaal domein | 1.263 | 2.050 | 2.050 | 2.050 |
Oplossen hogere kosten door Transformatieopgave jeugd en WMO | 293 | 1.050 | 1.886 | 2.723 |
Oplossen hogere kosten door aframing innovatiebudget | 1.780 | 1.780 | 1.780 | 3.560 |
Oplossen hogere kosten door overheveling overgebleven budget mantelzorg | 107 | 187 | 187 | 187 |
Verwachte inzet vanuit BR noodfonds | 5.097 | 3.760 | 2.924 | 307 |
Oplossingen WMO en jeugd | 8.540 | 8.827 | 8.827 | 8.827 |
| | | | |
Totaal WMO en jeugd | -1.629 | -1.629 | -1.629 | -1.629 |
| | | | |
Doelgroepenvervoer (inclusief optie duurzaamheid) (PN) | -248 | -473 | -473 | -473 |
Dekking taakstelling doelgroepenvervoer binnen Sociaal Domein (PN) | 248 | 473 | 473 | 473 |
Totaal doelgroepenvervoer | -0 | -0 | -0 | -0 |
| | | | |
Implementatie omgevingswet (PN) | -190 | -195 | pm | pm |
Totaal implementatie omgevingswet | -190 | -195 | 0 | 0 |
| | | | |
Totaal majeure beleidsontwikkelingen en oplossingen | -7.189 | -8.482 | -6.213 | -3.942 |
Voorkomen van achterstanden bij kinderen in armoede (wijkprogramma's)
Naar schatting 5.500 Arnhemse kinderen worden potentieel geconfronteerd met de gevolgen van armoede in het gezin. Dat is ongeveer 20% van alle kinderen/jeugdigen. Dat is hoger dan gemiddeld in Nederland. Bij de behandeling van de Perspectiefnota is zowel vanuit de wijken als vanuit de raad aangegeven dat het van groot belang is om kansenongelijkheid in de ontwikkeling van kinderen als gevolg van armoede te bestrijden en daar waar mogelijk te voorkomen. Dit vraagt om een aanpak die met name werkt aan problemen op het gebied van onderwijs (minder schooluitval, meer motivatie, een goede overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs), gezondheid (minder overgewicht) en participatie (beter bereik van diverse activiteiten op en buiten school).
Het bieden van ondersteuning op deze gebieden kan alleen duurzaam zijn als ook de (jonge) gezinnen worden ondersteund bij opvoedingsvraagstukken, toeleiding naar werk en de aanpak van eventuele schulden waar het gezin mee geconfronteerd is. Dit vraagt om een gecoördineerd integraal ondersteuningsaanbod op het niveau van de wijk.
Een aanpak waarbij de diverse ‘hulptroepen’ beter samenwerken als het gaat om het (vroeg) signaleren en bereik van kinderen in armoede. Veel kinderen en hun gezin zijn nog onvoldoende of versnipperd in beeld. Daarnaast vraagt dit een gecoördineerd ondersteuningsprogramma dichtbij en passend bij de situatie van kinderen en het gezin. Een programma waar de huidige generieke voorzieningen beoordeeld worden op de effectiviteit. Tenslotte moet het een aanpak zijn, waarin meer ruimte is voor maatwerk. De teams Leefomgeving zien de extra middelen als een enorme kans om dit samen met alle spelers vanuit de leefwereld van de inwoners, te gaan realiseren. Dit wordt dan ook samen met de kinderen, de gezinnen en de partners in de stad ontwikkeld. Dit is echter niet van vandaag op morgen gerealiseerd. Daarom worden ook tussentijds middelen ingezet op acute vraagstukken en projecten waarvan de meerwaarde evident is. Separaat zal de Raad een plan van aanpak ontvangen, waarin de keuzes en het ontwikkeltraject uiteengezet wordt.
Bijdrage Arnhem aan GR Presikhaaf bedrijven (R6)
Op 20 december 2016 heeft de gemeente Arnhem besloten verder te gaan met de ontwikkeling van een eigen werkbedrijf. Met dit Werkbedrijf: Scalabor BV in oprichting, verder Scalabor, wil de gemeente in positie komen om opvolger te worden van (een deel van) de bedrijfsactiviteiten van Presikhaaf Bedrijven en ontstaan de beste perspectieven op het behouden en uitbouwen van werkgelegenheid, een soepele transformatie van het huidige Presikhaaf Bedrijven, het beperken van ontmantelings- en frictiekosten en een betere sturing op de bedrijfsresultaten en maatschappelijke prestaties.
Zoals ook in de Perspectiefnota gemeld is, is de huidige Arnhemse begroting, voor wat betreft het onderdeel Presikhaaf Bedrijven, gebaseerd op het Bresdo rapport. De doelstellingen uit het rapport zijn nog van toepassing, maar de financiële vertaling ervan is dat niet meer. Meerjarig is daarom voor het financiële perspectief een actuele prognose meegenomen van de benodigde bijdragen aan SW-ers en aan Begeleid Werkers (BW-er). Het nadelige financiële effect hiervan loopt van € 2,3 miljoen in 2017 met een piek van € 4,7 miljoen in 2019 naar
€ 1,7 miljoen in 2021. In deze prognose zijn de verwachte effecten van pensionering meegenomen.
Rendementsverbetering Scalabor (R6)
Scalabor richt zich in de basis op de Arnhemse doelgroep van de Participatiewet en de Arnhemse SW-medewerkers, maar de propositie wordt sterker als gelijkgestemde gemeenten uit de regio (onder voorwaarden) aansluiten. Daarom zijn voor Scalabor twee scenario's in beeld gebracht:
- de 50%-variant waarbij alleen de gemeente Arnhem diensten van het werkbedrijf afneemt;
- de 100%-variant waarbij naast Arnhem ook regiogemeenten (SW-)diensten van het werkbedrijf afnemen.
In de berekeningen is uitgegaan van de 50%-variant. Op dit moment is de verwachting dat een grote meerderheid van de gemeenten positief gestemd zijn over de propositie. Definitieve besluitvorming vindt echter plaats in het Algemeen bestuur van de GR Presikhaaf Bedrijven in december 2017. Mogelijke deelname van regiogemeenten (en dus opschuiven naar de 100%-variant) levert een positiever financieel beeld op.
Met de transitie van de bedrijfsactiviteiten van Presikhaaf Bedrijven naar Scalabor wordt een structureel positief effect verwacht. Scalabor maakt de beweging van een traditionele sociale werkvoorziening naar een arbeidsontwikkelbedrijf. Dit heeft een positief effect op het rendement. In het financiële perspectief is het positieve effect ten opzichte van de huidige begroting opgenomen (€ 0,4 miljoen in 2018 oplopend naar € 1,5 miljoen in 2021).
Frictiekosten werkbedrijf Arnhem (Presikhaaf Bedrijven / Scalabor) (R6)
Zowel de gedeeltelijke ontmanteling van Presikhaaf Bedrijven alsmede de oprichting en inrichting van Scalabor leiden tot transitiekosten. Deze bestaan uit frictiekosten Presikhaaf Bedrijven ( zie hiervoor de raadsbrief van 17 januari over de transitie Presikhaaf Bedrijven) en aanloopkosten voor Scalabor. In totaal komt dit neer op incidenteel circa € 9,6 miljoen.
Passend binnen de in de Perspectiefnota geschetste beweging, waarbij de aanpak gericht op participatie verder wordt geïntegreerd in het brede sociale domein, zijn de hiervoor benodigde middelen voor de transitiekosten gereserveerd in de BR Noodfonds. De aanloop en frictiekosten zullen in 2017 voor € 2,8 miljoenen in 2018 voor € 6,7 miljoen tevens aan de BR noodfonds worden onttrokken.
Opbouw eigen vermogen Scalabor (R6)
De nieuwe organisatie dient te beschikken over een afdoende eigen vermogen.
In 2018 zal de gemeente Arnhem voor de opbouw van het Eigen vermogen liquide middelen moeten overdragen aan Scalabor. Op basis van het 50%-scenario zou dit €1,75 miljoen bedragen. De gemeente verwerft tegelijkertijd een deelneming (in aandelen) ter waarde van ditzelfde bedrag. Het risico bestaat dat de nominale waardering op de balans zeker in de beginjaren te hoog blijkt. Hier wordt in de risicoparagraaf rekening mee gehouden.
Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening Gemeenten (BUIG)
Om de arbeidsparticipatie te vergroten gaan de wijkteams en de cluster Werk & Inkomen een nieuwe gezinsgerichte aanpak ontwikkelen voor mensen uit de bijstand. Dit vraagt om een geheel ander werkproces dat dichtbij mensen en vanuit de wijk wordt vormgegeven(zie ook de veranderopgave Doorbraak naar werk).
In de Perspectiefnota is hiervoor een in 2017 een bedrag van € 0,5 miljoen beschikbaar gesteld om eenmalig extra investeringen te doen. Deze investeringen leiden vanaf 2018 tot een cumulatief hogere uitstroom van mensen uit de bijstand. Dit levert vanaf 2018 oplopend € 0,1 miljoen tot in 2021 € 0,5 miljoen op. Binnenkort wordt de raad geïnformeerd over het plan van aanpak dat op dit moment wordt uitgewerkt.
Premieregeling teams Leefomgeving (Wijkprogramma's)
Eén van de pilotmaatregelen die na het verschijnen van de Perspectiefnota is uitgewerkt betreft het invoeren van een premieregeling, waarbij de teams Leefomgeving € 5.000 aan hun wijkbudget toegevoegd krijgen, wanneer zij voor tenminste een half jaar een Arnhemmer uit de bijstand halen. Er wordt hiervoor in 2018 een Bestemmingsreserve Bijstand naar werk gevormd van € 500.000 vanuit het BUIG-budget. De teams Leefomgeving kunnen onder de volgende voorwaarden een bonus van € 5.000 onttrekken aan deze reserve:
- het team Leefomgeving heeft contact met de werkgever en heeft bijgedragen aan de plaatsing van een inwoner met een Participatiewetuitkering (PW-er) in een dienstverband van tenminste 6 maanden. De werkgever is gevestigd in de wijk van het team Leefomgeving. De PW-er is een Arnhemmer, maar hoeft niet uit de eigen wijk te komen;
- het team Leefomgeving bepaalt de bestemming van de bonus. Daarbij is het de bedoeling dat dit (vooraf) in overleg met de werkgever wordt bepaald en bijdraagt aan het realiseren van de wijkdoelen (maatwerk).
Indien middelen resteren in de Bestemmingsreserve, dan worden deze benut om het eventuele tekort op BUIG te dekken.
Al jaren neemt in Arnhem -net zoals in de rest van Nederland -het aantal mensen dat door de rechtbank onder beschermingsbewind wordt geplaatst, toe. Met BooM is in Arnhem een lichter alternatief ontwikkeld, dat ertoe moet bijdragen dat inwoners een keus hebben en kunnen door- en uitstromen vanuit de zware beschermingsmaatregel. Ondanks de inzet van BooM wordt voor 2017 een tekort van €1 miljoen op beschermingsbewind verwacht. Dit zal oplopen tot ca. €1,8 miljoen in 2021 als er niet krachtig wordt ingegrepen.
Om het tekort terug te dringen worden de volgende maatregelen voorgesteld:
- onderbenutting individuele studietoeslag aanwenden (€ 295.000 structureel);
- een groter beroep op de draagkracht van inwoners bij het verstrekken van bijzondere bijstand in verband met beschermingsbewind(€ 111.500 in 2018, oplopend naar € 120.000 vanaf 2020). Hierdoor wordt er een positief effect op de instroom in BooM en op de inzet derdenbetalingen verwacht;
- nog nader uit te werken aanvullende maatregelen binnen het beleidsveld Schulddienstverlening/Armoedebeleid (ca. € 250.000 in 2018 oplopend naar € 500.000 in 2021). Daarnaast wordt er een mogelijk positief effect verwacht van uitvoering van de motie van de kamerleden Heerma en Schouten uit december 2015, waarbij de wet zodanig wordt gewijzigd dat gemeenten niet voor kosten komen te staan, die niet door hen te beïnvloeden zijn.
Voorgesteld wordt het resterende tekort te dekken uit de Algemene middelen (€ 655.000 in 2018 oplopend naar € 916.000 in 2021)
Sociaal domein WMO en Jeugdwet (Wijkprogramma's en R6)
Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de nieuwe taken binnen de Wmo en de Jeugdzorg. Op basis van de resultaten in de afgelopen twee jaren zijn de uitgaven opnieuw en zo reëel mogelijk begroot. Behalve een forse verschuiving van PGB's (minder) naar Zorg in natura (meer) wordt geconstateerd dat de werkelijke kosten hoger zijn dan waar tot nu toe in de begroting rekening mee werd gehouden. Deels is dat het gevolg van een autonome stijging van de kosten en deels van veranderingen in het takenpakket. Deze laatste kostenstijging (€1,3miljoen in 2018 en €2 miljoen vanaf 2019) worden door het Rijk gecompenseerd in de uitkering van het Gemeentefonds. In onderstaande tabel staan de afwijkingen ten opzichte van de huidige begroting.
Wmo en Jeugdzorg (* € 1.000) | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|
Zorgkosten zorg in natura (ZIN) | -14.432 | -14.432 | -14.432 | -14.432 |
Zorgkosten persoongebonden budget (PGB) | 6.473 | 6.473 | 6.473 | 6.473 |
Eigen bijdragen | 903 | 903 | 903 | 903 |
Overige ontwikkelingen | 1.150 | 1.650 | 1.650 | 1.650 |
Verhoging GGZ-B | -3.000 | -3.000 | -3.000 | -3.000 |
Totaal | -8.906 | -8.406 | -8.406 | -8.406 |
Naast de herijking van de begroting wordt er een toename van de kosten verwacht als gevolg van de instroom van GGZ-B cliënten uit de Wet langdurige zorg (Wlz)naar de Wmo; het bedrag dat hiermee gemoeid is, wordt ingeschat op € 3 miljoen. Het betreft hier een groep cliënten met een GGZ-B indicatie die binnen een instelling voor Beschermd wonen zorg ontvangen, maar waarbij binnen de overgangsregeling 2015-2018 de zorg voor deze cliënten nog vanuit de Wlz betaald wordt.
- De nieuwe kostenraming valt hoger uit dan de tot nu toe gehanteerde begroting. Om het zorgniveau ook in de toekomst op peil te houden, zijn verschillende maatregelen nodig: eind dit jaar zijn gemeenten drie jaar verantwoordelijk voor de gedecentraliseerde taken Wmo en Jeugdwet. De transformatie van zorg is inmiddels in volle gang. In deze begroting wordt aangenomen dat de transformatieperiode doorloopt tot en met 2020, zodat vanaf 2021 een nieuw kostenniveau bereikt is. Er wordt ingeschat dat de totale zorgkosten over de hele transformatieperiode met circa 5% teruggebracht kunnen worden. De nog resterende transformatie van zorg in de jaren 2018 tot en met 2020 dient de geraamde zorgkosten daarom nog met 2,5% te reduceren door betere preventie en snellere afschaling van specialistische zorg;
- vanuit de aanname dat de transformatieperiode eindigt in 2021, wordt het beschikbare innovatiebudget vanaf dat moment geschrapt. Dat levert een structureel voordeel op in de begroting, die kan worden ingezet voor de reguliere zorgkosten. Vanaf 2018 wordt het Arnhemse deel van de regionaal beschikbare innovatiemiddelen al voor dit doel ingezet, omdat gebleken is dat de regionale innovatiemiddelen nauwelijks worden aangewend. Een deel van het budget Mantelzorg wordt overgeheveld naar de Sociale wijkteams, zodat zij binnen de hun beschikbare middelen kunnen doen wat nodig is. In de praktijk worden voorzieningen om mantelzorgers te ontlasten nu al vanuit het algemeen beschikbare zorgbudget betaald;
- om de kosten van de zorg naar huidig inzicht ook vanaf 2021 te kunnen betalen, wordt er vanaf 2018 al structureel € 1,6 miljoen aan het zorgbudget toegevoegd vanuit de Algemene middelen. Deze structurele toevoeging is in hoofdzaak nodig om de indexatie van de zorginkoop de komende periode te kunnen bekostigen. Na al deze maatregelen resteert er nog een (afnemend) tekort in de transformatiejaren 2018 tot en met 2020. Gezien de stand van de bestemmingsreserve Noodfonds wordt voorgesteld deze incidentele kosten daaruit te betalen. Hiermee kan de nog resterende transformatie geleidelijk worden vormgegeven, de zorg waar nodig kwalitatief gecontinueerd worden en zijn geen plotselinge ingrepen noodzakelijk om de zorg betaalbaar te houden;
- de voorliggende begroting voor het sociaal domein is gebaseerd op de huidige inzichten. Op verschillende onderdelen - in het bijzonder de extra kosten voor de GGZ-B - zijn er nog ontwikkelingen te verwachten. Ook het nieuwe verdeelmodel van Beschermd wonen zal de komende jaren mogelijk financiële consequenties hebben. Het is waarschijnlijk dat het nieuwe Regeerakkoord effecten heeft op het sociaal domein. Eind dit jaar worden de kosten van het sociaal domein nogmaals herijkt op basis van de dan bekende informatie. Mocht dit op onderdelen leiden tot substantieel andere inzichten, wordt de raad daar over geïnformeerd.
Doelgroepenvervoer (R4/R6)
In november 2016 is een Plan van Aanpak Doelgroepenvervoer aangeboden, bijgevoegd bij de raadsinformatiebrief over het doelgroepenvervoer. In de raadsinformatiebrief is aangegeven dat het budget voor doelgroepenvervoer ook na inzet van de maatregelen uit het Plan van Aanpak niet toereikend zou zijn en dat er een verdere studie naar alternatieve dekkingsbronnen zou worden ondernomen.
Tussen november 2016 en nu zijn verschillende van de maatregelen uitgewerkt in businesscases en is nadere studie verricht naar de onzekerheden en risico's die een belangrijke rol spelen binnen het dossier Doelgroepenvervoer. Door deze nadere studie te verrichten, de opgedane ervaringen met doelgroepenvervoer en uitspraken van de raad is tot een andere zienswijze gekomen.
Het doelgroepenvervoer bestaat feitelijk uit een verzameling (vervoers)producten die de gemeente haar inwoners kan bieden om te participeren in de maatschappij. Geconstateerd is dat het oplossen van het dekkingstekort binnen het doelgroepenvervoer niet mogelijk is. Deze (vervoers)producten staan niet op zichzelf maar worden vaak toegekend in samenhang met andere producten die vallen binnen het sociale domein. Vervoersvoorzieningen en zorgvoorzieningen moeten in samenhang bekeken worden op het niveau van de inwoner en het gezin. Inhoudelijk, procesmatig en financieel kan het doelgroepenvervoer daarom beter integraal onderdeel worden van het sociale domein.
Voorgesteld wordt dat het budget voor doelgroepenvervoer onderdeel gaat uit maken van het totale (ontschotte) budget voor het sociale domein (inclusief Leerlingenvervoer). De budgetten voor doelgroepenvervoer worden verdeeld over de 8 sociale wijkteams (wijkbudgetten). De sociale wijkteams worden daarmee integraal verantwoordelijk voor toekenning van doelgroepenvervoer, als onderdeel van het totaal aan zorg en ondersteuning dat zij toekennen. Tekorten en overschotten op doelgroepenvervoer worden hiermee opvangen binnen het sociaal domein en eventueel de BR Noodfonds.
Dit alles heeft wel tot gevolg dat er een nog grotere taakstelling komt te liggen op de transformatieopgave sociaal domein. Daarom blijft het wel wenselijk en nodig dat er naar oplossingen gezocht wordt om de kosten van het doelgroepenvervoer terug te dringen.
Om te kunnen sturen op de uitgaven voor doelgroepenvervoer moet er beter zicht en grip worden verkregen op het doelgroepenvervoer en de onderdelen daarbinnen, op het niveau van de inwoner/gezin en in samenhang met andere sociaal-maatschappelijke voorzieningen. Daarom moet worden ingezet op verbetering van de informatievoorziening op doelgroepenvervoer.
Door bijvoorbeeld breder te kijken bij het toekennen van vervoersrechten (voor nieuwe aanvragen én voor bestaande toekenningen), waarbij maximaal wordt ingezet op voorliggende voorzieningen, zoals De Reiskoffer, eigen kracht en netwerk, etc., kunnen goede alternatieven worden gevonden en kosten worden bespaard.
Implementatie Omgevingswet (R8)
Het Omgevingsrecht bestaat uit tientallen verschillende wetten en honderden regelingen voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. De Omgevingswet moet deze regels vereenvoudigen en samenvoegen. Op lokaal niveau moeten ruimtelijk beleid, verordeningen en bestemmingsplannen samengevoegd worden in één gemeentelijk Omgevingsplan. Dit alles moet voor iedereen eenvoudig digitaal raadpleegbaar zijn.
Op 14 november 2016 heeft de raad unaniem een motie aangenomen, waarin het college wordt verzocht te komen tot een plan van aanpak voor de implementatie van de Omgevingswet en totstandkoming van de omgevingsvisie. Dit plan van aanpak is op 4 juli 2017 via een raadskamerbrief aangeboden.
De gemeente moet zich voorbereiden op de invoering van de Omgevingswet en de benodigde aanpassingen implementeren. Arnhem streeft naar een sobere en doelmatige implementatie van de Omgevingswet: de basis op orde op het moment van invoering van de wet. Deze basis hiervoor moet op orde gebracht worden vóór de invoeringsdatum van de Omgevingswet. Als de basis op 1 juli 2019 op orde is, dan heeft de gemeente daarna door overgangsrecht 10 jaar de tijd om stapsgewijs juridisch, beleidsmatig en digitaal over te gaan naar het nieuwe stelsel;
De reeds in de Perspectiefnota opgenomen implementatiekosten hebben betrekking op het op orde brengen van deze basis. Er zijn middelen nodig voor een procesmanager (die aanstuurt en coördineert, de landelijke ontwikkelingen bijhoudt, inspiratie brengt en opdoet, afstemt met 'ketenpartners' etc,); cursus/studiedagen, externe expertise (juridische kennis over (on)mogelijkheden en wat en moet (en kan) geregeld worden); communicatie / participatie, onderzoek / milieu effect rapportage (MER), omgevingsvisie en de digitalisering van (geo-)informatie. Tot op heden wordt de voorbereiding opgevangen binnen de bestaande formatie en budgetten, maar dit is ontoereikend voor bovengenoemde implementatiekosten. Om die reden zal voor 2018 en 2019 incidenteel een kleine € 0,2 miljoen in de begroting worden opgenomen.
De structurele financiële effecten van de Omgevingswet zijn volledig afhankelijk van keuzes die nog gemaakt moeten worden op zowel rijks- als lokaal niveau. Een keuze voor meer regelvrijheid kan bijvoorbeeld leiden tot wegvallen van leges, in combinatie met een verschuiving van vergunningverlening naar handhaving. Dat zou ook effect kunnen hebben op de ODRA. Daar is nu nog helemaal niets van te zeggen. Uitgangspunt is dat de mogelijkheden die de Omgevingswet biedt zullen worden verzilverd, daar waar dat na afweging van baten en lasten aantoonbaar voordeel oplevert, onder meer voor de Arnhemse veranderopgaven zoals de invoering van wijksturing en voor verbetering van dienstverlening.
Overige beleidsontwikkelingen en knelpunten
Beleidsontwikkelingen, knelpunten en oplossingen | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|
Bedragen * € 1.000 |
| | | | |
Noodzakelijke budgetten gemeenteraadsverkiezingen | -85 | 0 | 0 | 0 |
Structurele besparing op raadsbudget | 21 | 21 | 21 | 21 |
Totaal budget gemeenteraadsverkiezingen | -64 | 21 | 21 | 21 |
| | | | |
Beschikbaar stellen van middelen voor kwaliteitsimpuls taxibranche | -50 | 0 | 0 | 0 |
Dekking vanuit BR Bereikbaarheid | 50 | 0 | 0 | 0 |
Handhaving ter verhoging en verbetering van de kwaliteit van het taxivervoer (600 uur) | -22 | -22 | -22 | -22 |
Totaal kwaliteitsimpuls taxibranche | -22 | -22 | -22 | -22 |
| | | | |
Extra middelen Bridge to Liberation Experience (B2LX) | -50 | -100 | -25 | -25 |
Totaal opstarten kwaliteitskeurmerk taxi en handhaven van de taxiverordening | -50 | -100 | -25 | -25 |
| | | | |
Regionaal Programma Werklocatie, Arnhems aandeel in incidentele kosten | -125 | 0 | 0 | 0 |
Totaal Regionaal Programma Werklocatie | -125 | 0 | 0 | 0 |
| | | | |
Herbestemming Eusebius | -250 | 0 | 0 | 0 |
Totaal Herbestemming Eusebius | -250 | 0 | 0 | 0 |
| | | | |
Rozet, permanente beveiliging aan de deur | -50 | -50 | -50 | -50 |
Totaal Rozet | -50 | -50 | -50 | -50 |
| | | | |
Uitbreiding milieu zone | -406 | 0 | 0 | 0 |
Ontwikkel en realisatiecapaciteit milieuzone | -120 | -60 | -60 | -60 |
Totaal uitbreiding milieuzone | -526 | -60 | -60 | -60 |
| | | | |
Handhaving milieuzone | -25 | -25 | -25 | -25 |
Totaal handhaving milieuzone | -25 | -25 | -25 | -25 |
| | | | |
| | | | |
Bijstelling WABO leges opbrengsten | -1260 | -1260 | -1260 | -1260 |
Totaal bijstelling Wabo leges opbrengsten | -1.260 | -1.260 | -1.260 | -1.260 |
| | | | |
Totaal beleidsontwikkelingen, knelpunten en oplossingen | -2.372 | -1.496 | -1.421 | -1.421 |
Budget gemeenteraadsverkiezingen (R0)
De gemeenteraadsverkiezingen brengen extra uitgaven met zich mee. Het betreffen de kosten van de coalitieonderhandelingen, het introductieprogramma, kieskompas of kieswijzer, eventueel de verkiezingskrant, het afscheid van raadsleden, opkomstbevordering, uitslagenavond, etc. Deze kosten zijn geraamd op € 85.000.
In deze MJPB wordt voorgesteld om de kosten voor de verkiezingen in de verkiezingsjaren (2018, 2022, 2026, enz.) ten laste van de Algemene middelen te brengen en daarvoor een verlaging van het raadsbudget met structureel € 21.000 op te nemen ingaande 2018 ter dekking van deze incidentele vierjaarlijkse verhoging.
Extra middelen voor kwaliteitsimpuls taxibranche (R2)
Voor het verhogen van de kwaliteit van het taxivervoer in Arnhem -een nadrukkelijke wens van de raad- wordt een eenmalige bijdrage gereserveerd van € 50.000 in het Bereikbaarheidsfonds.
Tevens wordt een structurele bijdrage van € 22.000 ten laste van de Algemene middelen beschikbaar gesteld.
Extra middelen Bridge to Liberation Experience (B2LX) (R3)
De Slag om Arnhem zit in het hart van de stad. De Bridge to Liberation Experience is de Arnhemse onderscheidende manier om het nieuwe herdenken vorm te geven.
De financiering van de B2LX is een kwetsbaar element. Het gaat om een beperkt moment (één avond) en vraagt een flink bedrag. De mogelijkheden om inkomsten te genereren zijn relatief beperkt. Dat komt ook door de uitdrukkelijke wens dat dit herdenkingsmoment geen commerciële gebeurtenis wordt.
Uitgangspunt is dat met publiek gegenereerde middelen van ondernemers (via het Ondernemersfonds) een stabiele bijdrage wordt geleverd. In 2018 werkt de B2LX toe naar 2019. De perspectieven van de Britten en de Polen komen al aan de orde en nog eenmaal ligt de focus op de laatste veteranen door de bedevaart zichtbaar te maken door beelden te maken van veteranen en hun families die nu nog leven en samen komen bij de brug in 2017. De veteranen zijn al in kaart gebracht en er met Omroep Gelderland zal gewerkt worden aan een documentaire die tevens zonder de experience internationaal getoond kan worden.
Voorgesteld wordt hiervoor bovenop de huidige bijdrage van € 1 ton incidenteel € 0,5 ton extra ter beschikking te stellen.
2019 is het jaar waarin de B2LX internationaal gaat. Van een jaarlijkse nationale herdenking naar de eerste Europese herdenking van de Slag om Arnhem waarin Bridge to Liberation verhalen vertelt vanuit alle verschillende perspectieven, zo ook het Duitse. In de experience zal van alle landen die geparticipeerd hebben in de Slag om Arnhem een artiest optreden die een stuk van hun nationale perspectief vertolkt. De experience zal meer zijn dan de show alleen: er is dan een programma dat toewerkt naar 20 september 2019. Hiervoor wordt voorgesteld om incidenteel € 1 ton extra ter beschikking te stellen. Tot slot past het binnen de visie en ambitie om (samen met het bedrijfsleven) een langdurige bijdrage op een voldoende niveau te leveren. Vanaf 2020 wordt daarom € 25.000 structureel extra ingezet ten behoeven van de B2LX.
Regionaal programma Werklocaties, Arnhems aandeel in incidentele kosten (R3)
In de afgelopen periode is intensief gewerkt aan de eerste stappen voor het Regionaal Programma Werklocaties (RPW). In de komende jaren volgen de volgende stappen. Het gaat om een nieuwe, structurele taak met een structurele vormgeving in regionaal verband.
Om uiteindelijk tot een werkbaar en goed functionerend RPW te komen, zal een aantal randvoorwaarden goed ingevuld moeten worden: financiën, personele inzet, monitoring, programmeringsoverleg en opdrachtgeverschap/aansturing. Qua werkzaamheden / kosten gaat het gaat bijvoorbeeld over het nader uitwerken van de RPW-delen kantoren en perifere detailhandel, een regionaal programmeringsoverleg (bedrijventerreinen, kantoren en detailhandel) onder onafhankelijk voorzitterschap, een objectief monitoringssysteem (in het verlengde van het huidige IBIS voor bedrijventerrein), effecten van voorzienbaarheid en werken aan de juridische houdbaarheid.
Zoektocht is naar een stevige stabiele samenwerkingsstructuur tussen partijen. Voor de lange termijn is het wenselijk de dekking van de kosten via het GO te organiseren, het gaat nu steeds om gelegenheidsconstructies in de regio. Het Arnhemse aandeel in de regionale incidentele kosten in 2018 bedragen € 125.000. Voorgesteld wordt deze bijdrage te dekken uit de Algemene middelen.
Herbestemming Eusebius (R5)
Met bijdragen van gemeente, provincie en rijk (respectievelijk € 2 miljoen, € 2 miljoen en € 4 miljoen) aan de restauratie van de Eusebius is er voldoende geld bijeen om de kerktoren in 2019 uit de steigers te hebben.
Niet de hele Eusebius is hiermee uit de steigers. Voor de restauratie van het schip moet nog ruim € 2 miljoen aan dekking worden gevonden. Daarnaast zijn er kosten om het gebouw in de toekomst tot 'huiskamer van de stad' te maken. Deze zijn geraamd op € 3,7 miljoen.
De toegankelijkheid wordt verbeterd door het realiseren van nieuwe entrees aan de noord- en de zuidzijde (Dudokzijde en Markt), energieprestatie wordt verbeterd door aanbrengen van onder meer dubbel glas en de verbetering van installaties, en de toeristische aantrekkingskracht wordt versterkt door het aanbrengen van uitzichtplatforms ('glazen bakjes') aan de toren en door de inrichting van een museale presentatie over de geschiedenis van Gelderland ('De Eusebius vertelt').
Ten slotte worden voorzieningen zoals toilet en opslag stoelen en dergelijke ondergronds gebracht, zodat de ontsierende golfplaten aanbouw aan de noordzijde kan worden gesloopt. De totaal verwachte benodigde investering is € 5,75 miljoen. De Stichting Eusebius Arnhem zet zich in om zelf € 2 miljoen aan financiering op te brengen. De rest moet volgens plan komen van overheden.
Wegens de provinciebrede uitstraling lijkt de provincie bereid om bij te dragen aan de museale inrichting. De wens bestaat om hierbij een samenwerking te organiseren met de drie andere Gelderse kwartiersteden (Nijmegen, Zutphen, Roermond). De Ridders van Gelre van Omroep Gelderland willen bovendien in hun programma's graag de Gelderse identiteit opvijzelen en doen herleven.
Om andere partijen te verleiden een substantiële bijdrage te leveren (provincie, kwartiersteden en andere fondsen) is het nodig zelf een eerste stap te zetten in de (co)financiering, onder vooraarde dat er eerst een goed en zo integraal mogelijk plan komt te liggen.
Voorgesteld wordt dan ook om € 250.000 in 2018 voor de totstandkoming van de museale inrichting van de Eusebius ten laste van de Algemene middelen te brengen. Dit bedrag wordt uitsluitend beschikbaar gesteld onder voorwaarde van een goed en integraal plan en dekkende financiering van andere partijen.
Rozet, permanente beveiliging aan deur (R5)
Naar aanleiding van een aantal grote en ernstige incidenten (rondhangen van criminele groeperingen, messentrekkerijen) heeft de directie van Rozet geconcludeerd dat er maatregelen genomen moeten worden om de veiligheid in Rozet voor haar bezoekers en medewerkers te garanderen en ook om haar openbare functie te behouden. Daarnaast wordt Rozet sinds de sluiting van de dagopvang voor thuis- en daklozen als locatie gebruikt om overdag te verblijven. Dit zorgt eveneens voor niet gewenste overlast. Het uitbreiden van het toezicht brengt extra kosten met zich mee en is niet begroot en voorzien. Voorgesteld wordt om hiervoor jaarlijks € 50.000 in bij te dragen ten laste van de algemene middelen.
Uitbreiding milieuzone (R7)
Voor het halen van de doelen met betrekking tot de luchtkwaliteit is een onderzoek uitgevoerd naar een uitbreiding van de bestaande milieuzone met meer categorieën voertuigen. In de tweede helft van 2017 wordt met de stad het referentiescenario besproken en volgt nadere informatie. In deze MJPB is voor de implementatie € 406.000 incidenteel in 2018 opgenomen. Voor de ontwikkel- en realisatiecapaciteit is € 120.000 in 2018 en structureel € 60.000 in de volgende jaren begroot.
Handhaving milieuzone (R7)
Voor de handhaving van de huidige milieuzone op basis van cameratoezicht is een uitbreiding van de handhavingscapaciteit nodig van 0,5 fte. Het betreft een structureel beslag op de algemene middelen van
€ 25.000.
Bijstelling WABO leges opbrengsten (R8)
In de MJPB 2017-2020 is € 4,5 miljoen opgenomen in 2018 voor begrote inkomsten uit bouwleges. De afgelopen vier jaren is dit bedrag één maal gerealiseerd, in 2015. Gemiddeld liggen de gerealiseerde inkomsten rond de € 2,5 miljoen.
De begrote inkomsten zijn voor 2018 liggen op een te hoog niveau. De verwachting is dat de invoering van de Omgevingswet op termijn in ieder geval niet tot hogere legesinkomsten zal leiden. Gebaseerd op de achterblijvende realisatie van inkomsten de afgelopen jaren en het feit dat er slechts enkele grote bouwprojecten in beeld zijn, is het voorstel om de inkomsten uit de bouwleges structureel neerwaarts bij te stellen met € 1,26 miljoen.