Ga naar de inhoud van deze pagina.
Logo van Arnhem

Begroting 2018

  • Opgaven
  • Wijken
  • Stad
    • Ontwikkelingen in het financieel kader
    • Mutaties Meicirculaire
      • Financiële begroting
      • Overzicht baten en lasten per programma
      • Overzicht geraamde incidentele baten en lasten
      • Financiële staten
      • Overzicht van geraamde baten en lasten per taakveld
      • Stresstest: financiële status en weerbaarheid
      • Lokale heffingen
      • Weerstandsvermogen en risicobeheersing
      • Onderhoud kapitaalgoederen
      • Financiering
      • Bedrijfsvoering
      • Verbonden partijen
      • Grondbeleid
      • Investeringen
      • Subsidies
    • Overig programmaplan
    • Totaaloverzicht bezuinigingen
    • Portefeuilleverdeling
    • Overzicht Lokale heffingen
    • Verplichte prestatie-indicatoren BBV
  • Home
  • Financiën
  • Paragrafen
  • Lokale heffingen

Lokale heffingen

De gemeente legt heffingen op. Die zijn onder te verdelen in belastingen, leges en retributies. Bij belastingen is sprake van een gedwongen bijdrage, waar geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de overheid tegenover hoeft te staan. De opbrengsten dienen als algemeen dekkingsmiddel. Bij retributies is ook sprake van een gedwongen bijdrage, maar hier wordt door de overheid wél een individuele tegenprestatie tegenover gesteld (zoals riool- en afvalstoffenheffing). Leges zijn vergoedingen voor diverse administratieve en andersoortige diensten die de overheid verstrekt (zoals bouwvergunningen, verstrekken paspoort of rijbewijs).

Selecteer een alinea

  • Paragraaf Lokale heffingen

    Alinea Uitgangspunten van beleid

    Afspraken uit het Coalitieakkoord 2014-2018 'Met de stad!'

    In het Coalitieakkoord 2014-2018 zijn afspraken gemaakt die met ingang van 2015 zijn doorgevoerd. Voor de begroting van 2017 wijzigen deze afspraken niet. Als algemene regel is afgesproken dat alle belastingen, heffingen, leges en parkeertarieven jaarlijks met maximaal de inflatie (CBS consumentenprijsindex) worden verhoogd. De toegepaste verhoging voor 2018 is 1,6%.

    Aanvullend op deze afspraken geldt voor de OZB dat ieder jaar een herwaarderingsjaar is. Dat betekent dat de WOZ-waarden gebaseerd worden op een nieuwe waardepeildatum (in 2018 is dat 1 januari 2017). Het gemiddelde herwaarderingscijfer leidt tot een tariefaanpassing zodat de herwaardering geen lastenontwikkeling tot gevolg heeft. Om te voorkomen dat de opbrengst OZB te hoog of te laag wordt, wordt de gemiddelde waarde-ontwikkeling gecompenseerd door een tariefswijziging. Uiteraard kan de werkelijke waardestijging per individueel object afwijken van de gemiddelde waardestijging met als gevolg een andere individuele ontwikkeling van de lasten dan hier gepresenteerd.

    Afvalstoffenheffing - invoering Diftar

    Op 27 maart 2017 heeft de gemeenteraad ingestemd met het invoeren van een gedifferentieerd tarief voor de afvalstoffenheffing (Diftar) op basis van de aangeboden hoeveelheid restafval. Met een Diftar-systeem krijgen inwoners meer invloed op de hoogte van hun afvalstoffenheffing. De financiële prikkel die hiermee gegeven wordt, zal leiden tot betere afvalscheiding, minder restafval en past daarmee volledig in het duurzaamheidsbeleid van de gemeente Arnhem.

    In het raadsvoorstel "Uitwerking kaders voor de invoering van Diftar" is aan de gemeenteraad voorgelegd hoe invulling kan worden gegeven aan de kaders die zijn gesteld voor de invoering van Diftar per 1 januari 2018.
    In de raadsvergadering van 10 juli 2017 werd op dit voorstel door D66 een amendement ingediend: 'Diftar een jaar uitstellen'. Omdat bij stemming over dit amendement de stemmen staakten, heeft de raad over de kaders bij de invoering van Diftar nog geen besluit kunnen nemen. Bij de opstelling van deze begroting is vooralsnog het uitgangspunt gehanteerd dat Diftar per 1 januari 2018 wordt ingevoerd (conform het raadsbesluit op 27 maart 2017).

    Een definitief besluit over de tarieven van de afvalstoffenheffing in 2018, en dus over de invoering van Diftar, wordt genomen bij de vaststelling van de Belastingverordening. Afhankelijk van het besluit van de raad (uitstellen van de invoering van diftar met een jaar of voorlopig in het geheel niet invoeren van diftar) zal het juiste tarief voor de afvalstoffenheffing in de verordening worden opgenomen. Bij de belastingverordeningen zal tevens een eerste begrotingswijziging van de dan net vastgestelde begroting worden gevoegd, zodat de begroting wat betreft afvalstoffenheffing en lasten bij het product afval in overeenstemming is met het besluit dat uw raad eind september neemt.

    Parkeerbelasting

    Het betaald parkeergebied zal de komende jaren alleen worden vergroot, wanneer hier draagvlak voor bestaat binnen de buurt/wijk. De verwachting is dat in de wijken (bijvoorbeeld St. Marten) initiatieven worden ontwikkeld om betaald parkeren te gaan invoeren. Wanneer het betaald parkeergebied wordt vergroot, dan zal dat een positief effect hebben op de belastinginkomsten.

    Havengelden (Scheepsvaartrechten)

    Vanaf 01 augustus 2017 loopt de inning van havengelden via Parkline Aqua. De tarieven voor de verschillende kades zijn apart vastgesteld. Indien een schip in het bezit is van een Green Award Certificaat, ontvangt men een korting op het tarief.

    Marktgelden

    Het is de doelstelling om de markt per 1-1-2018 te verzelfstandigen. Daarmee vervallen deze rechten en zal de organisatie die hiervoor wordt opgericht zelf privaatrechtelijke afspraken moeten maken. Na realisatie van de verzelfstandiging wordt de marktgeldenverordening ingetrokken.

    Paspoorten en identiteitskaarten

    Als gevolg van een wijziging van de Paspoortwet is de geldigheidsduur van een paspoort en een identiteitskaart met ingang van maart 2014 verlengd van 5 naar 10 jaar. Dit heeft tot gevolg dat de legesinkomsten vanaf 2019 gedurende een periode van 5 jaar op een lager niveau zullen uitkomen. Aan de andere kant leidt de verlenging van de geldigheidsduur van een paspoort en een identiteitskaart tot lagere uitvoeringskosten.

    Hervorming gemeentelijk belastinggebied

    • De gemeente is en wordt verantwoordelijk voor tal van maatschappelijke opgaven. De VNG is voorstander van decentralisatie van taken naar de lokale overheid, maar bepleit nadrukkelijk ruimte voor differentiatie. Vanuit deze gedachte is een verschuiving naar het lokale belastinggebied een middel om de lokale democratie te versterken. Dit samen met een verlaging van het Gemeentefonds met een gelijk bedrag. Het gaat nadrukkelijk niet om meer geld op lokaal niveau, maar om meer financiële armslag om democratisch te besluiten waarin wordt geïnvesteerd;
    • De door de VNG ingestelde Commissie Financiële ruimte voor gemeenten, beter bekend als de commissie Rinnooy Kan bracht hierover medio 2015 advies uit. In de redenering van Rinnooy Kan is het zo dat als gemeenten steeds meer mogen en moeten bepalen, zij ook meer zeggenschap moeten krijgen over de middeleninzet voor de verschillende taken. Ook een eerder advies van het ROB en de Raad voor financiële verhoudingen (RfV) wijst op de wenselijkheid om het belastinggebied voor gemeenten te verruimen;
    • Definitieve keuzes worden echter overgelaten aan een volgend Kabinet. Gemeentelijk beleid dient te worden aangepast wanneer hier meer duidelijkheid over ontstaat.
  • Paragraaf Lokale heffingen

    Alinea Geraamde inkomsten en een overzicht op hoofdlijnen

    2017

    2018

    Bedragen x € 1.000

    Belastingsoorten

    Onroerend zaakbelasting

    52.274

    53.509

    Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishouden)

    15.231

    15.270

    Rioolheffing

    16.081

    16.338

    83.586

    85.117

    Overige heffingssoorten

    Parkeerbelasting

    6.627

    6.687

    Leges burgerlijke stand

    2.261

    2.261

    Bouw- en sloopvergunningen (wabo)

    4.487

    3.251

    Overige leges en heffingen

    1.534

    1.523

    14.909

    13.722

    Totaal

    98.495

    98.839

    De toename van de opbrengsten OZB en rioolheffing is toe te schrijven aan de indexering van de opbrengsten met 1,6% en de mutaties in bouwvolume woningen en niet-woningen.

  • Paragraaf Lokale heffingen

    Alinea Lokale lastendruk en kwijtscheldingsbeleid

    Ontwikkeling lokale lastendruk in Arnhem

    Gem. lastenontwikkeling per woning

    2017

    2018

    %

    Onroerend zaakbelasting

    € 333

    € 338

    1,60%

    Rioolheffing

    € 167

    € 169

    1,60%

    Gemiddeld tarief afvalstoffenheffing

    € 221

    € 215

    -2,71%

    € 721

    € 723

    0,28%

    De tabel laat een bevestiging zien van de vorige twee paragrafen, uitgewerkt voor een gemiddelde woning. Voor een meer gedetailleerd overzicht van opbrengsten en tarieven voor gebruikers en eigenaren wordt verwezen naar de bijlage Overzicht Lokale heffingen.

    Ontwikkeling lokale lastendruk in landelijk perspectief

    Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) meet jaarlijks de lokale lastendruk van de Nederlandse gemeenten. De indicator 'Woonlasten meerpersoonshuishouden' geeft inzicht in de ontwikkeling van de Arnhemse woonlasten in relatie tot die van de overige gemeenten. De indicator bestaat uit de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.

    Uit een analyse is gebleken dat bij de berekening van de waarde van een gemiddelde woning in Arnhem andere aannames worden gehanteerd dan waarmee door het Coelo wordt gerekend. Bij de berekening van de gemiddelde woz-waarde van een woning in Arnhem wordt ook de categorie recreatiewoningen en overige woningen betrokken, terwijl deze categorie bij de berekening van het Coelo buiten beschouwing blijft. Omdat deze categorie een lagere gemiddelde woz-waarde heeft dan de overige categorieën, heeft dit een verlagend effect op de berekende gemiddelde woz-waarde voor een woning in Arnhem. Een vergelijking met de gegevens van het Coelo levert hierdoor een afwijking op.


    NB: De door Coelo berekende cijfers wijken iets af van de door Arnhem gehanteerde cijfers. Het verschil zit in het gehanteerde begrippenkader voor onroerendzaakbelasting voor een 'gemiddelde' woning.

    Kwijtscheldingsbeleid

    • Inwoners van Arnhem komen in aanmerking voor kwijtschelding als o.a. het zogenaamde gecorrigeerde inkomen lager uitvalt dan 100% van het bijstandsniveau. Arnhem kiest met het hanteren van een bovengrens van 100% van het bijstandsniveau voor de maximale invulling van het kwijtscheldingsbeleid die de wet biedt;
    • Bij de invoering van Diftar (principe de vervuilerbetaalt) past geen volledige kwijtschelding van de afvalstoffenheffing. In het vastgestelde nota Doorontwikkeling armoedebeleid is de maatregel geïmplementeerd om over te gaan tot gedeeltelijke kwijtschelding van afvalstoffenheffing. In de begroting is voor kwijtschelding in 2018 een bedrag opgenomen van ca. € 1,4 miljoen.
  • Paragraaf Lokale heffingen

    Alinea  Kostendekkendheid leges en heffingen

    Afvalstoffenheffing

    Beleidsuitgangspunten:

    • In het Coalitieakkoord 2014-2018 "Met de stad!" is afgesproken om alle belastingen, heffingen, leges en parkeertarieven jaarlijks met maximaal de inflatie (CBS consumentenprijsindex) te verhogen. De toegepaste verhoging voor 2018 is 1,6%;
    • De berekeningssystematiek van de overhead is nader uitgewerkt in het taakveld Overhead.

    Berekening kostendekkenheid tbv Afvalstoffenheffing

    Bedragen x € 1.000

    Kosten Taakveld(en),incl (omslag) rente

    14.638

    Inkomsten taakveld(en), excl.heffingen

    -2.074

    Netto kosten taakvelden

    12.564

    Toe te rekenen kosten:

    Overhead incl. (omslag)rente

    583

    BTW

    2.123

    Totale kosten

    15.270

    Opbrengst heffingen

    15.270

    Dekkingspercentage

    100%

    Rioolheffing

    Beleidsuitgangspunten:

    • In het Coalitieakkoord 2014-2018 "Met de stad!" is afgesproken om alle belastingen, heffingen, leges en parkeertarieven jaarlijks met maximaal de inflatie (CBS consumentenprijsindex) te verhogen. De toegepaste verhoging voor 2018 is 1,6%;
    • De berekeningssystematiek van de overhead is nader uitgewerkt in het taakveld Overhead.

    Ontwikkeling rioolheffing
    De lasten van de riolering en de baten uit de rioolheffing zijn geactualiseerd.
    Belangrijke aannames die hieraan ten grondslag liggen zijn de veronderstelde ontwikkeling van de rioolheffing op basis van de CBS consumentenprijsindex en de vooruitlopend op het GRP6 geraamde investeringen. De voor- en nadelige verschillen worden verrekend met de bestemmingsreserve Groot onderhoud Openbare Ruimte. Het voordelige saldo blijft zo beschikbaar voor toekomstige ontwikkelingen met betrekking tot de riolering.
    Per saldo heeft de actualisatie van de rioolheffing geen effect op de algemene middelen.

    Berekening kostendekkenheid tbv Rioolheffing

    Bedragen x € 1.000

    Kosten Taakveld(en),incl (omslag) rente

    14.174

    Inkomsten taakveld(en), excl.heffingen

    -

    Netto kosten taakvelden

    14.174

    Toe te rekenen kosten:

    Overhead incl. (omslag)rente

    942

    BTW

    1427

    Totale kosten

    16.543

    Opbrengst heffingen

    16.338

    Dekkingspercentage

    99%

    Leges

    Beleidsuitgangspunten:

    • In het Coalitieakkoord 2014-2018 "Met de stad!" is afgesproken om alle belastingen, heffingen, leges en parkeertarieven jaarlijks met maximaal de inflatie (CBS consumentenprijsindex) te verhogen. De toegepaste verhoging voor 2018 is 1,6%;
    • De berekeningssystematiek van de overhead is nader uitgewerkt in het taakveld Overhead.

    Leges-

    Lasten

    Inkomsten

    Overhead

    BCF

    Totale

    Leges

    Totale

    Kosten-

    Verordening

    taakvelden

    taakvelden

    BTW

    Lasten

    Baten

    dekkendheid

    Bedragen x € 1.000

    PD-Burgerlijke stand

    1.975

    -

    1.423

    -

    3.398

    2.093

    2.093

    61,6%

    Parkeren

    101

    -

    90

    40

    232

    157

    157

    67,8%

    Huisvesting en WABO

    2.871

    -

    -

    2.871

    3.355

    3.355

    116,9%

    Drank- en Horeca

    103

    -

    106

    2

    211

    127

    127

    60,1%

    Evenementen

    136

    -

    147

    -

    283

    88

    88

    31,1%

    Prostitutiebedrijven

    7

    -

    3

    -

    9

    9

    9

    94,7%

    Overige APV

    138

    -

    115

    3

    256

    96

    96

    37,7%

    Kabels/leidingen

    190

    -

    86

    15

    292

    294

    294

    100,7%

    Totaal legesverordening

    5.521

    -

    1.970

    60

    7.552

    6.219

    6.219

    82,3%

    Verordening markten

    Lasten

    Inkomsten

    Overhead

    BCF

    Totale

    Leges

    Totale

    Kosten-

    en havens

    taakvelden

    taakvelden

    BTW

    Lasten

    Baten

    dekkendheid

    Bedragen x € 1.000

    Markten

    262

    -36

    119

    -

    345

    240

    240

    69,6%

    Scheepvaartrechten

    978

    -122

    105

    -

    962

    352

    352

    36,6%

Zoeken